zaterdag, januari 14, 2006

 

'Tot de grenzen van het heelal'


Vrijdagavond 13 januari hield de in Leiden studerende Belg Stijn Wuyts, 3e jaar promovendus, een lezing voor Christiaan Huygens. Thema van de lezing was de evolutie van sterrenstelsels vanaf het allereerste begin van het 'zichtbare' heelal, het moment 300.000 jaar na de Big Bang, toen voor het eerst licht werd losgekoppeld van materie. Een interessante lezing, die een aardige inkijk gaf in het hedendaagse kunnen van de moderne telescopen. Een grafiek liet zien hoe de ontwikkeling van de telescopen gestaag verlopen is door de vergroting van de objectieven. Begon Galileo Galileï in 1610 met een telescoopje met een doorsnede van een paar cm, inmiddels hebben we te maken met de 10m telescoop van Keck op Hawaï. En wie denkt dat hij daarmee het eind in zicht heeft die heeft het mis: de volgende generatie telescopen komt er aan, waaronder de zogenaamde OWL-telescoop, wat staat voor 'overwhelmingly large'. Diameter van de spiegel: 100 m (!). Oké, het is weliswaar niet één spiegel van 100 meter, maar 3048 losse segmenten, maar toch.
Arie Nouwen had een ervaring van twee uitersten op één avond. Eerst Stijn's praatje over het gigantisch grote heelal, dat inmiddels al zo'n 13,7 miljard jaar ronddobbert. En in de auto, hem terugbrengend naar het station van Dordrecht omdat hij met de trein verder moet naar Antwerpen, zegt Stijn dat hij Maarten v.d. Berg, zijn buurjongen, kent! Die studeert ook sterrenkunde in Leiden. Goh, wat is de wereld toch klein.......
Terwijl Arie en Stijn al huiswaards reisden, ging de avond bij Huygens nog even door want het was helder! De koepel ging natuurlijk open en diverse objecten, waaronder Mars en Saturnus, zijn in het vizier gezet.

Comments:
Hé, ik ken dit bericht:-)))
 
Een reactie plaatsen



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?